een kille aankomst

Op 21 maart 1951 arriveerde de Kota Inten als eerste met Molukkers. Het werd helaas een kille aankomst in plaats van een prettig ontvangst. Kort na aankomst kregen de militairen al te horen dat zij ‘gedemilitariseerd’ waren. Met andere woorden dus dat ze waren ontslagen. Volgende groepen Molukse militairen kregen hun ontslagbericht soms tijdens de reis uitgereikt.

Het kabinet Drees-Van Schaik had al op 19 februari 1951 tot het ontslag besloten. Dit besluit werd echter voorlopig niet naar buiten gebracht. Dit uit angst dat de Molukse militairen niet meer aan boord zouden gaan.

Als excuus werd er later gezegd dat de late bekendmaking kwam doordat er een kabinetscrisis tussendoor was gekomen. We weten nu wel dat dit een politiek spel was. Het vertrek wilde Nederland hoe dan ook doorzetten. Zodat de Nederlandse soldaten ook naar huis konden. De echte reden voor het demobiliseren naar Nederland. 

Het ontslag uit militaire dienst sloeg in als een bom. De Molukse militairen wisten dat de status van militair bij de Koninklijke Landmacht hen slechts tijdelijk was toegekend.
Maar zij gingen er vanuit dat ze pas op de plaats naar keuze werden gedemobiliseerd. En die plaats was in elk geval niet Nederland.

Nu waren de Molukkers werkloos in een vreemde omgeving. Afwachtend aan de andere kant van de wereld op een vertrek dat nooit zou komen. In eerste instantie werd ook gezegd dat ze niet aan het werk mochten.
De Molukse militairen voelden zich verraden door Nederland. Feit is dat ze tijdens de de kolonisatietijd hun leven voor Nederland hadden geriskeerd. Om dan uiteindelijk zo behandeld te worden raakte de Molukse gemeenschap zeer diep.

Waarom had de Nederlandse regering tot hun ontslag besloten? Volgens het kabinet waren de Molukkers nu Indonesische staatsburgers. Als Indonesisch staatsburger konden ze niet in het Nederlandse leger dienen. Het behoeft geen uitleg dat deze houding kwaad bloed zette.
Een andere belofte aan Indonesië was om de Molukse militairen sowieso niet meer operationeel in te zetten. Wat heeft een leger aan militairen die niet mogen vechten redeneerde het kabinet. Het politieke spel werd hoog gespeeld en de valse beloftes en onwaarheden stapelden zich op.

Opvallend was dat de twee ministers die het meest bij deze kwestie betrokken waren de Molukkers wel in dienst hadden willen houden. Dat waren de ministers van Oorlog s’Jacob en van Overzeese Rijksdelen minister Götzen. Zij meenden dat alleen zo orde en tucht onder de Molukkers gehandhaafd zouden kunnen worden.

Maar de meerderheid van het kabinet vond dat geen goede reden. De Molukkers zouden als burgers worden gehuisvest in aparte woonoorden. En daar moest de politie de orde maar handhaven.

Molukkers bij de Krijgsmacht MBK

stichting Molukkers bij de Krijgsmacht is gevestigd te Rotterdam – KvK 74489941
Voor correspondentie molukkersbijdekrijgsmacht@gmail.com

Copyright 2020 @ All rights Reserved Design by MBK Design

Molukkers bij de Krijgsmacht MBK