
stichting Molukkers bij de Krijgsmacht is gevestigd te Rotterdam – KvK 74489941
Voor correspondentie molukkersbijdekrijgsmacht@gmail.com
Copyright 2020 @ All rights Reserved Design by MBK Design

Ter ere van de eerste generatie Molukse militairen
Begin 1951 had de Nederlandse regering een beslissing genomen. De Molukse militairen zouden met hun gezinnen naar Nederland gaan. De overtocht was een feit. Op dat moment verbleven zij in vijf doorgangskampen op Java.
Toen dat besluit eenmaal gevallen was werd er haast gemaakt. Er was echter onvoldoende scheepsruimte beschikbaar. Daarom werden door Nederland overal in de wereld schepen gecharterd. Nederland wilde de Molukkers snel uit Indonesië weghalen.
Die actie leverde een bonte verzameling boten op. Variërend van vracht- tot cruiseschepen. In totaal werden het er elf. Bij elkaar verzorgden deze schepen twaalf transporten. Een van de boten, de Kota Inten werd namelijk twee keer ingezet.
Het eerste transport vertrok op 20 februari 1951 van Java. Op 21 juni 1951 arriveerde het laatste schip in Nederland. In een tijdsbestek van vier maanden werden zo ongeveer 12.500 Molukkers overgebracht naar Nederland. Hieronder bevond zich ook Moluks personeel van de Koninklijke Marine. Zelfs van de politie van de voormalige deelstaat Oost-Indonesië.
De leiding op de schepen was tweekoppig. Het gezag over het schip berustte bij de kapitein. Het commando over het transport lag bij de Commanderend Officier Troepen, afgekort COT.
De COT had zijn eigen staf ter beschikking. Die bestond onder meer uit medisch personeel, een administrateur en
een foerier. Deze zorgde voor het voorraadbeheer. Een aantal Molukse onderofficieren werd aan de staf toegevoegd. zij werden herkenbaar door een oranje band te dragen. Ook de scheepspolitie werd
uit de op transport gestelde troepen geselecteerd. Deze kregen een witte helm met daarop de letters SP.
Elke zeereis duurde ongeveer een maand. De meeste militairen bivakkeerden met hun gezinnen in grote slaapzalen. Deze waren ingericht in het ruim van het schip. Echte passagiershutten waren er vaak alleen vooraanstaande moeders en moeders met jonge kinderen. Voor de aanstaande moeders was er indien nodig ook plaats in de ziekenboeg.
Als gevolg van geboorten op reis kwamen er meer mensen in Nederland aan dan er vertrokken. Op Engelse schepen kregen deze baby’s volgens Brits recht bij hun geboorte de Engelse nationaliteit.
De Molukse opvarenden kregen aanvankelijk alleen rijstmaaltijden. Later werd dit afgewisseld met aardappelen om alvast te wennen aan de Hollandse pot. Een veelbetekenende actie vond ongeveer halverwege de reis plaats. Bij Port Saïd aan het Suezkanaal werd winterkledij uitgereikt. Winter- en zomerkleding, een nieuw fenomeen.
Kinderen die in Indonesië op de Europese lagere school hadden gezeten kregen aan boord één uur per dag les in Nederlandse taal. Verder nog rekenen en aardrijkskunde om de kaart van Nederland te leren. Aan boord werd tijdens de overtocht enkele keren een scheepskrant uitgebracht.
Ook voor de ontspanning werd gezorgd. Er werden aan boord filmvoorstellingen, muziekuitvoeringen, kinderfeesten en spelletjes georganiseerd. Bij het passeren van de evenaar vond een Neptunusfeest plaats. Ook op Koninginnedag werd er feest gevierd.
stichting Molukkers bij de Krijgsmacht is gevestigd te Rotterdam – KvK 74489941
Voor correspondentie molukkersbijdekrijgsmacht@gmail.com